ADHD staat voor 'Attention Deficit Hyperactivity Disorder'. Een stereotype beeld dat we hierbij vaak plaatsen is het hyperactieve jongetje in de klas dat niet stil kan zitten. Hoewel dit soort ADHD snel opgemerkt wordt, uit de stoornis zich vaak heel anders.
Ik ben niet fysiek hyperactief. Bij mij is het minder opmerkelijk en het uit zich meer mentaal. In het vijfde middelbaar begon ik moeite te krijgen met studeren. In het zesde middelbaar heb ik zelf aan de alarmbel getrokken.
Volgens mij heb ik echt een uniek talent tot uitstelgedrag. Ik ben er zo goed in. Mijn hele middelbaar heb ik studeren altijd tot de laatste minuut uitgesteld. Woordjes van Latijn leren? Dan deed ik wanneer ik de klas binnenwandelde. Een heel weekend om een examen wiskunde te leren? Ik begon zondagavond en raakte dan natuurlijk in paniek. Intussen ben ik er een beetje beter in geworden, maar toen was dat een ramp.
"Volgens mij heb ik echt een uniek talent tot uitstelgedrag."
In het zesde middelbaar had ik enorm veel moeite om mijn eindwerk te schrijven. Nog niet zo lang daarvoor had iemand van mijn familie een diagnose ADHD gekregen. Toen ik de symptomen van ADHD hoorde, heb ik mijn mama verteld dat ik dat bij mij ook wilde laten onderzoeken. ADHD heeft ook een genetisch aspect, dus de kans bestond dat ik dat ook had.
"ADHD heeft een genetisch aspect."
Op het einde van het zesde middelbaar heb ik een diagnose gekregen. Ik kreeg medicatie voorgeschreven. Er werd ook aangeraden om gedragstherapie te volgen maar dat heb ik toen niet gedaan. Ik had een diagnose en dat was een hele opluchting. Ik was vooral bang dat ik géén ADHD zou hebben. Want stel je voor dat ze zeggen dat er niks mis was met mij? Dan was ik super dramatisch geweest en had me laten testen voor niks. Die gedachte was verschrikkelijk. Dat was doodeng. Want wat moest ik dan doen?
Ik heb er de vorige maand heel hard op gelet. Alle externe factoren bleven zowat hetzelfde: ik was altijd op kot, omringd door dezelfde mensen, ik moest altijd hetzelfde doen, ik at op dezelfde uren… Dus daar kon het alvast niet aan liggen.
Ik merkte dag en nacht verschil in hoe ik me voelde. Het enige verschil was de fase van mijn cyclus. Ik was super vermoeid. Ik kan dan moeilijk leren en structuur aanhouden. Ik ben daar sowieso al niet goed in, in structuur en dingen doen om te kunnen leven (zoals winkelen, eten, douchen, …). Voor mijn regels is dat dan iets wat er allemaal niet toe doet. Dan verlies ik de structuur en alles wat ik heb opgebouwd. Dat draagt dan weer bij tot “alles gaat slecht”. Dat wordt een beetje een vicieuze cirkel.
Wat ik ook merkte is dat de dagen na mijn regels… dat ik dan precies een functionerend mens ben. Ik ben écht een functionerend mens! Wauw! Dus het is niet dat mijn ADHD veel slechter gaat op het einde van mijn cyclus, maar vooral dat het in de eerste helft van mijn cyclus veel beter gaat! ADHD is eigenlijk je ‘default status’, een permanente vorm van zijn, heb ik het gevoel. En als het dan beter gaat, denk ik: “Wauw, ik kan dit!”.
Ik was wat overdonderd toen ik mijn medicatie voor ADHD nam, want ik kreeg er niet het effect van dat ik normaal krijg. Ik had het gevoel dat ik tijdens het studeren meer verdween in mijn hoofd dan in mijn boeken… Ik weet niet goed aan wat dat ligt. Als er iemand ooit onderzoek heeft gedaan naar ADHD-medicatie en de menstruatiecyclus, let me know! Het is heel vervelend.
ADHD uit zich bij meisjes vaak anders. Onderstaande video legt dit erg goed uit.